© copyright Ria Hörter 2016 - Do not use or reproduce anything without written permission. This website was first launched in 2007. Pride Webdesign - Ruut Tilstra
Hondsbrutaal
ONZE
HOND
heeft
een
traditie
hoog
te
houden
waar
het
gaat
om
interviews
met
mensen
die
er
toe
doen
in
de
landelijke
kynologie.
Of
dat
nu
fokkers
zijn,
bestuurders,
keurmeesters
of
mensen
die
op
andere
wijze
bekendheid
genieten
in
de
kynologie.
Keurmeesters
zijn
in
de
afgelopen
tientallen
jaren
uitvoerig
aan
het
woord
geweest.
Echter,
er
dient
zich
een
nieuwe
lichting
aan,
die
ongetwijfeld
een
opinie
heeft
over
wat
zich
in
de
kynologie
afspeelt.
ONZE
HOND
voelt
hen
aan
de
tand
–
hondsbrutaal...
Hans
Stigt
(50)
is,
na
achttien
jaar
in
Den
Haag
te
hebben
gewoond,
samen
met
zijn
partner
Rodney
teruggekeerd
naar
Pijnacker,
het
dorp
waar
hij
is
opgegroeid.
Hans
Stigt
is
geen
man
van
grote
woorden
en
weidse
gebaren.
Hij
emotioneel,
trots
op
wat
hij
tot
nu
toe
heeft
bereikt.
Hij
hecht
waarde
aan
goede
verhoudingen
en
gaat
uit
van
eigen
kracht.
Passie
voor
zijn
werk
en
hobby,
waarbij
hij
stap
voor
stap
op
zijn
doel
afgaat.
Als
je
hem
–
hondsbrutaal
–
een
aantal
vragen
stelt
dat
hem
raakt,
dan
heeft
hij
een
uitgesproken
mening,
een
gezonde
dosis
boerenverstand
en een goed oog voor de sterke en zwakke punten in de kynologie.
Fokker,
exposant,
bestuurder
en
keurmeester.
Hans
is
als
een
kok
in
de
keuken:
van
alles
iets
geproefd
en
onderweg
naar
de
eerste
ster.
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
1.
Jan De Gids
2.
Karl Donvil
3.
Ria Hörter
4.
Ineke Groen-Brinks
5.
Maikel Koot
6.
Tineke Pillement
7.
Ton Popelier deel 1
8.
Ton Poplier deel 2
9.
Lida Reeskamp
10.
Yessica Sam-Sin
11.
Hans Stigt
12.
Ruut Tilstra
13.
Mark Wisman
Mocht u geïnteresseerd zijn in het publiceren
van één van deze artikelen, inclusief
illustraties en foto's dan kunt u contact met
mij opnemen.
E-mail: horter@tiscali.nl
Deze artikelen zijn beschikbaar in het Nederlands.
Over
het
bestaan
van
meer
rasverenigingen:
De
Beauceron
is
‘mijn’
ras,
maar
ook
de
Hollander
ligt
mij
na
aan
het
hart.
Tussen
de
rassen
die
ik
keur
zijn
er
overigens
vele
die
mijn
grote
interesse
hebben.
Wat
betreft
de
overeenkomsten
in
activiteiten
van
de
beide
rasverenigingen
voor
de
Beauceron
kan
ik
maar
één
ding
zeggen:
Dat
geldt
voor
alle
soortgelijke
rasverenigingen.
Het
zijn
vaak
de
leden
die
zich
miskent
voelen
die
een
nieuwe
club
oprichten.
Fokkers
rond
de
eigen
fokkerij
of
een
groepje
fokkers,
die
in
plaats
van
de
algemene
vergadering
te
gebruiken
om
hun
ideeën
in
de
oorspronkelijke
club
te
verwezenlijken
een
eigen
club
oprichten.
In
deze
eigen
club
kan
men
de
teugels
naar
goeddunken
in
handen
nemen,
hun
ego
is
gestreeld;
zij
hebben
medestanders
–
vaak
in
het
bezit
van
een
hond
gefokt
door
de
leiding
–
maar
de
fantasie
is
niet
groter
dan
in
hun
tijd
in
de
oorspronkelijke
club.
In
die
zin
is
er
mogelijk
sprake
van
‘overkill’
voor
wat
betreft
de
soorten
activiteiten.
Misschien
zou
de
Raad
moeten
overwegen
om
de
eisen
bij
het
oprichten
van
een
nieuwe
club
te
verzwaren.
Bij
sommige
rassen
is
er
al
sprake
van
wildgroei
in het aantal rasclubs.’
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Tineke
Pillement
is
geboren
in
het
rampjaar
1953,
waarin
ook
haar
geboortedorp
’s-Gravendeel
in
de
Hoeksche
Waard
wordt
getroffen
door
de
watersnood
en
37
dorpelingen
overleven
de
storm
niet,
onder
wie
vijf
met
de
naam
Heijden.
Tineke:
‘
Allemaal
familieleden,
onder
wie
mijn
jongste
broertje.
Als
klein
kind
heb
ik
er
niets
van
mee
gekregen,
ik
was
drie
weken
oud.
Alleen
zijn
er
weinig
foto’s
uit
mijn
kindertijd.
In
mijn
jeugd
heb
ik
veel
last
gehad
van
reumatische
klachten,
waarschijnlijk
omdat
ik
als
baby
in
het
koude
water heb gelegen.’
Dat
je
aan
mensen
kunt
zien
welk
hondenras
ze
hebben,
is
wellicht
wat
overdreven,
maar
Tineke’s
keuze
voor
de
Amerikaanse
Cocker
Spaniel
heeft
wel
een
link
met
haar
gevoel
voor
schoonheid,
dat
zich
ook
uit
in
de
wijze
waarop
ze
haar
honden
aan
de
keurmeesters
presenteert:
impeccable
–
onberispelijk.
En
niet
alleen
de
honden.
Ook
zelf
stelt
ze
er
prijs
op
om
er
niet
uit
te
zien,
als
zo
veel
exposanten,
alsof
ze
regelrecht
uit
de
hondenmand
komt.
Ze
vindt
het
jammer
dat
het
handlen
en
het
overdreven
trimmen
zo’n
belangrijke
rol
zijn
gaan
spelen
bij
het
voorbrengen
van de honden. ‘Dit is echt overgewaaid uit Amerika.’
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Fashion model, keurmeester, fotograaf
Yessica
(1972)
is
het
enige
kind
van
Pat
Harrison
en
John
Sam-Sin,
die,
verrassend
genoeg,
allebei
in
Nederland
zijn
geboren.
Sinds
kort
moet
ik
–
om
politiek
correct
te
zijn
–
zeggen
dat
Yessica
een
migratie
achtergrond
heeft.
Haar
moeder
heeft
Engelse
roots
en
haar vader Surinaamse.
Yessica:
En
waar
ontmoet
je
elkaar
dan
in
de
jaren
zestig?
Nou,
gewoon
op
de
kermis
in
Beverwijk,
bij
de
bokstent
waar
mijn
vader
bokste.
Klinkt
heel
normaal
toch?
Ik
ben
geboren
in
Beverwijk,
thuis
bij
mijn
opa
en
oma, die heel belangrijk in mijn leven zijn geweest.
Yessica
bezoekt
de
basisschool
in
Beverwijk
en
Rotterdam.
Via
allerlei
omwegen
heeft
ze
de
opleiding
Management,
Economie
en
Recht
op
de
Hogere
School
voor
Economische
Studies
(HES)
in
Rotterdam
afgemaakt.
Haar
studie
Rechten
op
de
Erasmus
Universiteit
heeft
ze
net
niet
af
kunnen
ronden,
maar
de
wens
is
dit
ooit
nog
eens
te
doen.
Een
paar
jaar
geleden
heeft
ze
de
opleiding
veterinaire
natuurgeneeskunde
(consultancy
richting)
op
Instituut
Silverlinde
gevolgd.
Hoewel
ze
de
opgedane
kennis
gebruikt,
doet
ze er op professionele basis niets mee.
Eigenlijk
is
Yessica
altijd
door
honden
omringd
geweest.
Ze
is
geboren
met
een
Dalmatiër
aan
het
bed
en
haar
ouders
hebben
daarna
altijd
wel
een
hond
of
honden
gehad.
Een
ruime
variatie
van
een
Pekingees,
Boxer,
Basset
tot
Jack
Russells.
Ze
hebben
nu
een
Mops en een Franse Bulldog, allebei ‘kleine Molossertjes’.
Yessica:
Mijn
ouders
hebben
altijd
wel
een
hond
of
honden
gehad.
In
ruime
variatie,
een
Pekingees,
Boxer,
Basset
en
Jack
Russells.
Mijn
diepere
interesse
is
gekomen
toen
mijn
eerste
Bordeaux
Dog
op
4-jarige
leeftijd
op
een
nare
manier
overleed
en
ik
daar
zo
stuk
van
was
dat
mijn
collega,
die
toevallig
erg
actief
in
de
honden
was,
mij
op
de
cursus
KK1
wees,
‘dan
wist
ik
tenminste
welke
vragen
ik
de
volgende
keer
moest
stellen
aan
de
dierenarts,
want
dan
wist
ik
zelf
veel
meer
van
honden’.
Dat
ben
ik
gaan
doen,
KK2
ook
dan
maar
en
het
werd
steeds
leuker.
‘Oh,
joh
er
is
ook
nog
een
E&B,
LEUK!’
Doen
we
ook.
Daar
kwam
de
vraag:
‘Wie
heeft
als
doel
exterieur
keurmeester
te
worden?’
Daar
heb
ik
op
gereageerd
dat
ik
het
graag
aan
docenten
en
examinatoren
overliet
of
ik
daar
geschikt
voor
zou
zijn.
Ondertussen
steeds
actiever
met
honden
en
vanaf
2005,
samen
met
wat
liefhebbers,
een
herplaatsingsinitiatief
voor
de Bordeaux Dog opgestart.
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Ineke
Groen-Brinks
is
een
keurmeester
met
nog
een
loopbaan
voor
zich.
Twee
rassen
keurt
ze
nu:
de
IJslandse
Hond
en
de
Siberische
Husky.
Daarnaast
is
ze
een
korte
periode
rascorrespondent
voor
de
Laplandse
Herdershond
bij
de
‘Vereniging
van
liefhebbers
en
fokkers
van
Scandinavische
Spitshondenrassen’
geweest.
De
Laplandse
Herdershond
is
een
ras
dat
rendieren
hoedt
in
sneeuwrijk
gebied
en
ook
bekend
is
onder
de
naam
Lapinporokoira.
Ineke
heeft
namelijk
een
hond
van
dit ras.
Ineke
en
Ivar
trainen
met
de
Husky’s,
af
en
toe
een
nestje
Husky’s
fokken,
een
kleine
hondenschool
zijn
begonnen
en
dat
Ineke
haar
diploma
instructeur
G&G
heeft
behaald.
Ook
wil
ze
het
diploma
KK
1
halen
en
daarna
ziet
ze
wel
wat
er
gebeurt.
Voorts
één
keer
per
week
ringtraining
en
of
dat
nog
niet
genoeg
is
bezoekt
ze
tentoonstellingen,
speurt
met
de
Lapinporokoira
Lihkku
en
oefent reddingshondenwerk ‘
Ineke:
Wat
mij
aantrekt
in
de
‘poolhonden’,
heeft
vooral
te
maken
met
onze
liefde
voor
de
natuur,
de
Scandinavische
landen
en
het
feit
dat
het
nog
oerhonden
zijn.
Honden
zonder
‘nonsens’,
gezonde
rassen,
die
hun
oorspronkelijke
werk
nog
kunnen
doen
en
een
belangrijke
bijdrage
leveren
aan
dat
oorspronkelijke
werk
in die natuur.
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Ik
moet
mij
bij
interviews
helaas
beperken
in
het
aantal
onderwerpen
en
vragen.
Kynologische
levens
zijn
rijk:
exposeren,
fokken,
trainen,
besturen,
keuren,
speuren,
appèl
en
pakwerk,
wedstrijden,
les
geven,
examens,
cursussen
volgen,
enzo¬voort;
het
komt
in
‘Hondsbrutaal’
allemaal
voorbij.
Wat
niet
is
voorbij-
gekomen,
is
dat
deze
activiteiten
zijn
gebundeld
in
één
persoon:
Mark
Wisman.
Omdat
het
onmoge¬lijk
is
hem
over
alle
onderwerpen
te
ondervragen,
kies
ik
vooral
voor
die
zaken
die
een
relatie hebben met ‘werken met honden’.
Mark
is
geboren
(1985)
en
opge¬groeid
in
Zwolle,
in
een
gezin
met
één
oudere
en
één
jongere
broer.
Na
zijn
middelbare
schooltijd
studeert
hij
Marketing
en
Communicatie,
en
daarna
Management,
Economie
en
Recht
op
de
Hogeschool
Windes¬heim.
Een
jaartje
werken
bij
het
UWV
(Uitvoeringsinstituut
Werkne-
mersverzekeringen)
bevalt
hem
niet.
Een
te
logge
en
trage
over¬heidsinstelling.
Sindsdien
is
hij
Manager
Voortgezet
Onderwijs
bij
een
ICT
bedrijf,
dat
management
informatie
systemen
maakt
voor
het
onderwijs.
Hij
houdt
zich
bezig
met
productontwikkeling,
verkoop,
training
en
relatiebeheer.
Mark
woont
samen
met
Roxanne Kort (1991), die hij via de kynologie heeft leren kennen.
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Lida
wordt
geboren
in
Harderwijk,
op
vrijdag
de
13de
maart
1959
als
eerste
kind
in
het
gezin.
Na
haar
volgen
twee
broers.
Een
traditioneel
gezin:
vader
gemeenteambtenaar,
moeder
die
na
haar
huwelijk
stopt
met
werken
en
thuis
is
als
kinderen
uit
school
komen.
Vrijwilligerswerk
is
heel
gewoon
en
Lida’s
ouders
doen
dat
in
de
kerk,
die
in
de
behou¬dende
Veluwse
kringen
bekend
staat
als
de ‘Vrij en Blij kerk’.
Lida:
‘Mijn
moeder
was
een
van
de
eerste
vrouwen
in
Harderwijk
die
een
functie
kreeg
in
de
kerkenraad.
Mijn
vader
was
een
man
met
een
extreem
sterk
gevoel
voor
rechtvaardigheid
in
grote
maar
ook
in
kleine
dingen.
Die
eigenschap
heb
ik
van
hem
geërfd.
Ik
vind
het
heel
gewoon,
het
zit
in
mijn
genen,
maar
mijn
omgeving
moet
er
wel eens om glimlachen.’
In
haar
jeugd
spelen
honden
geen
rol.
Toch
schuilt
er
al
een
keurmees¬ter
in
Lida.
Als
ze
elf
jaar
is
organi¬seert
ze
met
klasgenootjes
op
Dierendag
1970
een
hamster-
en
vogeltentoonstelling
voor
de
hele
Koningin
Wilhelminaschool.
Lida:
‘Alle
kinderen
mochten
hun
dier
inschrijven
en
presenteren
voor
de
keuring.
We
keken
zorgvuldig
naar
gezondheid
en
levendigheid,
en
of
het
beestje
goed
verzorgd
was
en
een
schoon
onderkomen
had.
Ook
de
wijze
waarop
de
eigenaar
met
het
dier
omging
had
onze
volle
aandacht.
We
hielden
niet
alleen
een
strenge
doch
rechtvaardige
scorelijst
bij
maar
gaven
ook
veel
tips,
die
het
dierenwelzijn
ten
goede
moesten
komen.
De
belangstel¬ling
voor
ons
initiatief
was
overweldigend
en
we
hebben
er
de
lokale
pers
mee
gehaald.
Én
33
gulden
opgehaald
voor
het
financieel
noodlijdende
dierenasiel!’
Dat
Lida
een
van
de
‘keurmeesters’
is,
spreekt voor zich.
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Maikel Koot (1990) woont in Akersloot en is masterstudent
Diergeneeskunde, afstudeerrichting Gezelschapsdieren, aan de
Universiteit Utrecht.
Behalve met studeren is Maikel druk bezig met de honden, die hij
samen met zijn moeder, mevr. G.C.M. Koot-Keijsper, heeft onder
de kennelnaam ‘Limbonsnest’; moeder en zoon fokken en
exposeren vooral Welsh Corgi’s Pembroke. Er zijn ook vier
veteranen American Akita’s en een Chow Chow, Amalao Oelan
Oede, die in 2016 Top Chow Chow van de Nederlandse Chow-
Chow Club wordt.
Maikel vervolgt: ‘Ik ben actief in de kynologie, als exterieur
keurmeester van rassen uit rasgroep 1 en 5, als voorzitter van de
Picardische Herdershonden Club Nederland,secretaris van
rasgroep 1 en medeorganisator van de Amsterdam Winner Show,
de Holland Cup, de Martini Dog Show in Groningen, de Joe Kat
Show in Arnhem en teamlid van de Raad van Beheer Youth en
coördinator Junior Handling.’
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Ruut Tilstra is het typische voorbeeld van een omnivoor, een alleseter,
in kynologenland. Exposeren, trainen, fokken, schrijven, trimmen, het
komt allemaal voorbij.
‘In Onze Hond (1988) stond een advertentie van een Amerikaans-
Canadese Witte Herder; ik werd op slag verliefd. Kimberly was een
geweldige reddingshond en een fantastische moeder, die me prachtige
pups gaf. Een niet erkend en totaal onbekend ras, waar niemand iets
vanaf wist. Dus ging ik op onderzoek uit en begon met het schrijven van
mijn eerste boek. Intussen werd de Witte Herder Vereniging Nederland
opgericht en wilden we erkenning voor ons ras. Jan Beeftink nodigde ik
uit om de honden en pups te komen bekijken. Hij was bijzonder ge-
ïnteresseerd en we kregen een uitnodiging om een Voorlopig Register
te openen voor het ras; dat was in 1993. De eerste stap op weg naar de
erkenning.
P
i
o
n
i
e
r
s
w
e
r
k
l
i
g
t
R
u
u
t
w
e
l
e
n
i
n
1
9
9
5
k
o
m
t
h
a
a
r
e
e
r
s
t
e
b
o
e
k
u
i
t
:
‘
D
e
A
m
e
ri
k
a
a
n
s
-
C
a
n
ad
es
e
W
i
t
t
e
H
e
r
d
e
r
’
.
H
e
t
b
e
l
e
e
ft
to
t
2
0
0
5
v
e
r-
s
c
h
il
l
e
nd
e
h
e
r
d
ru
k
k
e
n
.
Da
a
r
n
a
s
c
h
r
i
j
ft
z
e
ee
n
b
o
e
k
j
e
o
v
e
r
d
e
J
a
c
k
R
u
ss
e
ll
T
e
rr
i
ë
r
e
n
a
nd
e
r
e
r
asse
n
g
i
dse
n
.
In
2
0
0
5
p
u
b
l
i
c
e
e
r
t
z
e
ee
n
t
w
ee
d
e
,
u
i
tg
e
b
r
e
i
d
e
r
b
o
ek
:
‘
D
e
W
i
t
t
e
H
e
r
d
e
r
,
u
i
t
d
e
s
c
h
a
d
u
w
i
n
h
e
t
l
i
c
h
t
.
’
Beh
a
l
v
e
pi
o
n
i
e
r
e
n
e
n
f
o
k
k
e
n
i
s
s
c
h
r
i
j
v
e
n
ee
n
d
e
r
d
e
ta
l
e
nt
;
R
u
u
t
s
c
h
r
i
j
ft
ar
t
i
ke
l
e
n
o
v
e
r
g
e
n
e
t
i
s
c
h
e
a
f
w
ij
ki
ng
e
n
b
i
n
n
e
n
h
e
t
r
a
s
.
Hij
noemt
zichzelf
‘een
‘kynologisch
randverschijnsel’
maar
heeft
zoals
elke
kynoloog
een
mening
over
diverse
hondse
zaken.
Tijdens
zijn
vakanties
in
de
Italiaanse
Abruzzen
speurt
hij
op
zijn
wandeltochten
niet
alleen
naar
wild,
maar
fotografeert
ook
werkende
Maremmano’s
bij
de
schaapskuddes.
Bij
zijn
jaarlijkse
bezoeken
aan
Ierland
geniet
hij
van
de
jachten
met
Kerry
Beagles
en
Old
English
Foxhounds.
‘Geen
poespas
of
opgefokte
toestanden, alleen maar jagen en geen flauwekul’, aldus Ton.
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Bij
mijn
weten
hebben
wij
elkaar
in
een
heel
ver
verleden
slechts
één
keer
ontmoet,
maar
van
onze
mailwisseling
zou
je
een
boek
kunnen
maken.
Al
mijn
vragen
over
honden
uit
rasgroep
6
gaan
zijn
kant
op.
En
of
je
hem
nu
iets
vraagt
over
de
Anglo
Français
tricolore,
over
de
Batards
du
Haut-Poitou
of
iets
uit
de
jachthistorie
van
de
Kerry
Beagle,
er
komt
altijd
een
(uitvoerig)
antwoord,
vaak
met
een
foto.
O
ja,
in
de
afgelopen
jaren
is
er
nauwelijks
gepubliceerd
over
Brakken
en
het
werken
ermee.
En
omdat,
volgens
eigen
zeggen,
‘elke
echte
Popelier
als
Brugman
praat’
is
deze ‘Hondsbrutaal’ goed voor twee delen in Onze Hond.
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Wanneer kreeg u uw eerste hond?
‘In 1974. Toen was ik – ik ben van 4 juni 1943 – al 31. Van huis uit
was ik geen honden gewend. Mijn oudste broer had een mooie
jachthond, maar die woonde al op zichzelf.’
Op welk moment sprong de vonk over?
‘In Den Haag ging ik naar het gymnasium. Op een dag zag ik een
meisje lopen met een Ierse Setter. Ik wist meteen: dat wil ik later
ook. Zo is het ook gegaan. Mijn eerste hond was een Ierse Setter
van de Goldwyn kennel van Nel van de Sijde.’
Wat ziet u als uw specialiteit als auteur?
‘De geschiedenis van hondenrassen. Waarin ik mij ook vastbijt, is
schrijven over verdwenen en nieuw erkende rassen. Dat spitten
vind ik leuk. Al je documentatie op tafel en lekker dingen
uitpluizen. Wat ik zoek, zal en moet ik vinden. Ik heb in feite mijn
beroep en hobby’s gecombineerd: boeken, honden en schrijven.’
Een interview met Ria Hörter van Eimer Wieldraaier.
Interview door ONZE HOND
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND
Gepubliceerd in het maandblad ONZE HOND