Spaniel pups - Maud Earl
© copyright Ria Hörter 2016 - Do not use or reproduce anything without written permission. This website was first launched in 2007. Pride Webdesign - Ruut Tilstra
Ria Hörter
Dog Writer and Contributing Editor of Dog Magazines
1. New Foundlander 2. Old Englisch Sheepdog 3. Puli en Pumi 4. Rhodesian Ridgeback 5. Shetland Sheepdog 6. Siberian Husky 7. Sint Bernard 8. Staffordshire Bull Terrier 9. Standaard Poedel 10. Welsh Spriner Spaniel 11. West Highland White Terrier
Mocht u geïnteresseerd zijn in het publiceren van één van deze artikelen, inclusief illustraties en foto's dan kunt u contact met mij opnemen. E-mail: horter@tiscali.nl Deze artikelen zijn beschikbaar in het Nederlands.
Engels
Page Up
Nederlands

Historisch Portret 2

In oude geschriften, documenten en boeken of op prenten en schilderijen is de geschiedenis van honden vastgelegd. En ook het werk dat ze doen. Meegaan op jacht, het drijven en hoeden van een kudde, het bewaken van huis en haard en het gezelschap houden van de mens. Deze artikelen geven een inkijkje in de rijke historie van onze rashonden.

PULI EN PUMI

Hongarije (Magyarország) is het land van poesta’s, de Donau en zigeunermuziek, maar ook van Turkse overheersing, Habsburgse koningen, communistische regimes en een volksopstand in 1956. Een doorgangsgebied waarin volkeren zich door de eeuwen heen verplaatsen: Hunnen, Avaren, Germanen, Slaven en Turken. Een smeltkroes, waarin zich al ten tijde van de Grote Volksverhuizing (vierde tot zesde eeuw na Chr.) herdershonden ontwikkelen, die nu tot de nationale Hongaarse rassen behoren. De Hongaren stammen af van de Oegoeren, een volk dat rond de negende eeuw ten westen van de Oeral woont. Van hen is de huidige ‘westerse’ naam afkomstig: Ungar Hongaar - Hongarije. Aan het einde van de negende eeuw dringen verschillende volkeren het Karpatenbekken binnen en als men ene Arpad tot leider van het belangrijkste volk, de Magyaren, kiest, wordt dit de Hongaarse naam voor het gehele volk.

NEW FOUNDLANDER

De Newfoundlander (New found land = nieuw ontdekt land) heeft zijn naam te danken aan het gelijknamige eiland in de Atlantische Oceaan, voor de oostkust van Canada. Op zoek naar een vaarroute naar Azië, via het westen, herontdekt de Engelsman John Cabot het eiland in 1497. Cabot vindt dan weliswaar sporen van mensen, maar ontmoet hen niet. Bij het Verdrag van Utrecht, in 1713, wordt Newfoundland toegewezen aan de Britten. Na sinds 1907 een dominion te zijn geweest van het Britse rijk, is Newfoundland in 1949 toegetreden tot de federale staat Canada en wel als tiende provincie. Voornamelijk Engelsen, Basken, Portugezen en Fransen bevissen in de achttiende eeuw de walvisrijke wateren van Canada. Hebben zij dogachtige honden van het ‘New Foundland type’ meegebracht, vooral na 1780, naar Europa? Of kan het omgekeerde hebben plaatsgevonden? Zouden er bij de Britse kolonisatie van Newfoundland honden vanuit Engeland, van het type hofhond, ‘slagershond’ en trekhond, zijn meegenomen naar Newfoundland? Het gaat dan in beide gevallen om grote wit-zwarte honden. Als die wit-zwarte zeldzaam worden, begint de export van zwarte en bruine ‘Newfoundlanders’ naar Europa. Die zijn beduidend kleiner dan de wit-zwarte; het verschil in schofthoogte bedraagt zo’n 10 tot 15 cm. Zie hier twee theorieën over de oudste historie van de Newfoundlander, waarbij ik kies voor de eerste variant.

STAFFORDSHIRE BULL TERRIER

Wie over het ontstaan van de SBT schrijft, kan niet om de vroegste geschiedenis van bulldogs en terriers heen. Op middeleeuwse miniaturen, bij voorbeeld in het Livre de Chasse, zijn al honden afgebeeld die kenmerken hebben van de huidige (Staffordshire) Bull Terrier, zoals een zwaar hoofd, korte voorsnuit en krachtige kaken. De Romeinen hebben er een aparte naam voor: Pugnaces, dat breed gebekt betekent. De oudste historie van de Bulldog gaat terug tot de Molossers, Alaunts en Mastiffs. Dat ze tot diens voorlopers behoren, wordt duidelijk uit beschrijvingen, prenten en schilderijen. In de dertiende eeuw worden er in Engeland honden gebruikt voor ‘bull- baiting’, een ietwat barbaars volksvermaak, waarbij honden van het Bulldog type het in een gevecht opnemen tegen een stier. Vertier en spektakel, dat ook in hogere kringen wordt gewaardeerd. Om aan de voorstellingen nog meer sjeu en actie te geven, gaat men bulldoggen kruisen met terriers. De gedachte daarachter is dat de kracht van de bulldog en de snelheid, felheid en wendbaarheid van de terrier samenkomen in één hond. Bij terriers moeten we denken aan diverse soorten terriers, in die jaren bestaande uit een scala aan types, groottes en vachtkleuren. Zowel bull-baiting (stier), bear-baiting (beer) als badger-baiting (das) worden in 1835 door de Engelse overheid verboden, maar niets is blijkbaar zo mooi als deelnemen aan en kijken naar een verboden sport, en in het geheim wordt er na 1835 nog menig gevecht georganiseerd. De vechtpits in de steden, veelal in pubs, waar regelmatig politiecontroles plaatsvinden, verplaatsen zich naar meer afgelegen gebieden.

SIBERIAN HUSKY

De vroege geschiedenis van de sledehondenrassen is gecompliceerd. Niet alleen omdat in het verre verleden de verschillende variëteiten ‘Eskimohonden’ zijn gekruist en over grote afstanden zijn vervoerd, maar ook omdat men niet altijd even duidelijk is bij het gebruik van de juiste namen; dat wil zeggen de namen die wij nu hanteren. Wie bij voorbeeld in Hutchinson’s Dog Encyclopaedia naar ‘Husky’ zoekt, wordt verwezen naar ‘Eskimo Dog’, om er dan in de tekst achter te komen dat het niet over de Siberian Husky gaat, maar over de honden van de Eskimo’s in het algemeen, zijnde vooral de huidige Canadian Eskimo Dog, de Alaska Malamute en de Groenlandse Hond. Alle illustraties tonen ‘wolfachtige’ honden, met wigvormige hoofden, waarin de amandelvormige ogen schuin zijn geplaatst. Voorts met korte, driehoekige, rechtopstaande oren en een dikke vacht in diverse kleuren. Kortom: het beeld dat past in de huidige rasstandaards van de sledehondenrassen.

OLD ENGLISCH SHEEPDOG

AVoorlopers, géén voorvaderen De meeste kynologische auteurs beginnen de historie van een hondenras tot ver voor onze jaartelling. Zo starten de liefhebbers van Molossers en Mastiffachtigen niet zelden bij een bas-reliëf van de Assyrische heerser Assurbanipal (669-627 voor Chr.). Daarop zijn grote, sterke en zware honden met grote hoofden te zien. Het is erg verleidelijk om bij deze honden een link te leggen met de huidige molossers. In het (onvolprezen) boek Honden bij de Grieken en Romeinen schrijft Robert van der Molen hierover: In elk geval moeten wij, indien we de geschiedenis overzien, vaststellen dat de voorlopers van onze huidige Mastiffachtigen reeds in het oude Assyrië bestonden. Of, laat ons voorzichtiger zijn: de oude afbeeldingen van zware honden doen ons denken aan de huidige zware Mastiffachtigen. Let wel: voorlopers, géén voorvaderen. Al voor de Romeinse tijd onderscheidt men verschillende types; ook de Romeinen zelf maken een indeling. Zij onderscheiden huishonden, jachthonden, vechthonden, speurhonden, windhonden en schepershonden of herders[1]honden. Laatstgenoemden zijn de Canes pastorales pecuarii. Een in 1388 geboren moederoverste, Juliana Barnes, publiceert een boek, getiteld The Bokys of Haukyng and Huntyng; and also of coot- armuris, beter bekend als The Book of St. Albans, waarin ze schrijft over de jacht(honden), de valkenjacht en heraldiek. Zij neemt de Romeinse classificatie over. En ook in het veertiende-eeuwse Livre de Chasse, een middeleeuws miniaturenboek over alle facetten van de jacht, worden de honden ingedeeld en afgebeeld volgens een strikte scheiding aan de hand van hun uiterlijk en bruikbaarheid.